Historie

Voor het ontstaan van de gemeente hebben we geput uit de scriptie van mevr. I.N. Voorthuijzen – den Dekker. De (schriftelijke) bronnen waar zij de beschikking overhad, worden door sommigen onder ons, vanuit mondelinge overlevering, niet geheel ondersteund. Maar helaas is er geen materiaal beschikbaar over de vroege periode waarvan duidelijk vastgesteld kan worden dat ze onpartijdig en naar waarheid is.

Het ontstaan van de gemeente

Christelijke Gereformeerde Afgescheiden Gemeente (1866-1869)

De Afscheiding van 1834 had in Waddinxveen aanvankelijk weinig invloed. Hoewel er wel veel gezelschappen bezocht worden, blijven de meeste mensen wekelijks naar de Hervormde Kerk gaan. In enkele nabijgelegen plaatsen ontstaan wel snel afgescheiden gemeenten. In 1835 in Bodegraven, in 1849 in Gouda en Boskoop. Als in 1852 de gemeente van Boskoop een eigen predikant krijgt, J.Ph. Sluijter, gaan ook mensen uit Waddinxveen naar deze gemeente. Echter, men mist een eigen thuisbasis, en men begint met het lezen van preken bij iemand thuis. In 1866 krijgen de Waddinxveners van de kerkenraad van Boskoop en van de classis Leiden toestemming om een eigen gemeente te stichten. Op 22 november is een afgescheiden gemeente een feit, de Christelijke Gereformeerde Afgescheiden Gemeente. Al snel krijgt de gemeente een eigen kerkgebouw, en in 1868 krijgt de gemeente een predikant, ds. Raman.

Christelijke Gereformeerde Kerk (1869-1892)

Steeds meer mensen van een andere afgescheiden gemeente, de Gereformeerde Kerk onder het Kruis, voegen zich bij de Christelijke Afgescheiden Gereformeerde Gemeente. In 1869 worden deze kerken bij elkaar gevoegd tot de Christelijke Gereformeerde Kerk. Een zeker deel wil niet mee en vormt de Gereformeerde Gemeente onder het Kruis. De jaren hierop zijn erg onrustig. In de jaren 1877 tot 1879 is er veel onenigheid over het wel of niet aannemen van de nieuwe spelling van de Statenvertaling. Uiteindelijk wordt de nieuwe spelling aangenomen, en de rust is weergekeerd. Helaas duurt de rust slechts kort.

In 1888 wordt C. de Groot predikant. Deze predikant heeft gestudeerd aan de Theologische School van Kampen, dat met veel moeite gepaard ging. Dominee De Groot is nogal “bevindelijk”. Mede hierdoor ontstaan diverse moeilijkheden in de gemeente. Tijdens de bijeenkomst voorafgaand aan een belijdenisdienst worden de belijdenisvragen gesteld. Er wordt niet gevraagd: gelooft ge de openbaring van Gods Woord?, maar de vraag komt neer op het volgende: gelooft ge het woord van dominee de Groot? Een jongen geeft op deze vraag geen antwoord, en mag geen belijdenis doen. Dit is de druppel die de emmer doet overlopen. De classis wordt op de hoogte gesteld, en er wordt besloten dat de jongen alsnog belijdenis mag doen. De verhouding tussen de classis en dominee de Groot wordt er door dergelijke voorvallen niet beter op!

In de tussentijd zoeken de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederlands Gereformeerde Kerken (van de Doleantie -1886) toenadering. In 1892 is dit proces in een vergevorderd stadium. Er is nog één struikelblok: in het reglement van de Christelijke Gereformeerde Kerk van 1869 stond dat de kerk een eenheid was, en de plaatselijke kerken slechts afdelingen, zoals in de Hervormde Kerk. De Gereformeerden zijn het hier niet mee eens. Al snel vinden ook de Christelijke Gereformeerden handhaving niet meer nodig. Vanuit de classicale vergadering te Leiden komt een voorstel om het reglement te schrappen. Dominee De Groot en ongeveer tweederde deel van de gemeente van Waddinxveen zijn echter tegen dat voorstel. Er wordt een brief opgesteld en naar de classis gezonden: als het reglement verandert, wordt de gemeente zelfstandig.

De classis schrijft een brief terug, waarin staat dat er een commissie gestuurd wordt om te praten over deze kwestie. Hierop schrijft de kerkenraad van Waddinxveen dat men dit niet wil, maar, zo staat in de brief: “derhalve wij blijven, wat wij altijd geweest zijn, Chr. Geref. Gemeente te Waddinxveen met behoud van het reglement van 1869”.

Als de leden van de commissie, waarvan J.Ph. Sluijter voorzitter is, naar Waddinxveen komen, wil dominee de Groot hen niet ontvangen. Het huis van een afgezet kerkenraadslid staat echter wel voor hen open. Er wordt besloten dat de gehele kerkenraad geschorst zal worden.

Inmiddels is het reglement van 1869 vervangen door de Dordtse kerkorde van 1618-1619.

Dominee De Groot gaat gewoon door met zijn ambtelijke werkzaamheden, en wordt daarom, samen met zijn kerkenraad, per 21 april 1892 uit het ambt ontzet.

Christelijke Afgescheiden Gemeente (1892-1926)

De gemeente van Waddinxveen neemt de naam Christelijke Afgescheiden Gemeente aan. Dominee De Groot blijft preken in het kerkgebouw, omdat hij vindt dat hij daar recht op heeft. De kleine groep die weggegaan is, komt bijeen in een school. De classis eist echter alles terug: het kerkgebouw, de catechisatiekamer, de pastorie en het archief. Na verschillende brieven via een deurwaarder weigert de gemeente nog steeds. Dominee de Groot, twee ouderlingen en twee diakenen worden gedagvaard. Maandag 5 september verschijnen ze voor de rechtbank. Ze moeten alles teruggeven, alle kosten betalen, en een schadevergoeding geven. Op 9 oktober preekt dominee de Groot voor de laatste maal in de kerk. Er doen verhalen de ronde dat tegenstanders met messen in de kerk zaten. Na de betaling van alle schulden heeft de gemeente nog maar bijzonder weinig over. Het hele bezit bestaat uit ƒ 2,89½. Elke zondag komen de leden bijeen in een boerderij aan de Kerkweg. Men spreekt spottend over de gemeente “die op de dorsvloer vergadert”.

In 1893 krijgt men de gelegenheid om een perceel te kopen en verkrijgt van de gemeente toestemming “een gebouw tot uitoefening van de openbare godsdienst te stichten”.

Het gebouw wordt op 4 maart 1894 in gebruik genomen.

Ds. De Groot bedient de gemeente tot aan zijn emeritaat in 1926. Tot aan zijn dood is hij verzorgd door een bevriend echtpaar in Zeist.

Ds. H.J. Grisnigt (1927-1935)

De gemeente is niet lang vacant. Op 24 april 1927 doet Ds. H.J. Grisnigt zijn intrede. Hiervoor was hij predikant van de Vrije Gereformeerde Gemeente te IJsselmonde. De relatie tussen de dominee en sommige gemeenteleden is slecht. In deze periode worden er veel leden geschrapt en er gaan er ook veel vrijwillig weg. Er blijven ongeveer 150 mensen over.

Op 30 september 1935 vertrekt hij naar de Vrije Gereformeerde Gemeente te Harderwijk.

Ds. Van de Kraats (1937-1949)

Op 21 maart 1937 wordt dominee van de Kraats bevestigd door Ds. Toes. Hij kwam van de Oud-Gereformeerde Gemeente van Den Helder. In 1933 was hij in die plaats predikant geworden. Daarvóór was hij oefenaar in Apeldoorn en Den Helder. Hij heeft in Waddinxveen gepreekt tot hij in 1949 een beroerte kreeg. Vrij snel daarna, op 14 oktober 1949, is hij gestorven. Ds. J. van der Poel heeft hem begraven. Tijdens deze periode blijft het aantal leden vrij stabiel.

Ds. A.P. Verloop (1959-1984)

In 1959 komt een einde aan de vacante periode, door de komst van Ds. A.P. Verloop. Hij is in 1909 geboren en werd in 1951 predikant van de Gereformeerde Samenkomst in Alblasserdam. Op 18 juni 1959 wordt hij in Waddinxveen bevestigd door Ds. G. van de Breevaart met de woorden: “Predik het Woord” (2 Tim. 4: 2a).

Op 18 juni 1984 maakt de dominee bekend dat hij wil stoppen met preken. Daarna wil hij nog wel bij bijzondere gelegenheden, zoals feestdagen en doopdiensten, voorgaan.

Zijn laatste preek hield hij tijdens de bevestigingsdienst van Ds. Van der Want. Het aantal leden blijft stabiel.

Ds. Verloop is op 4 juni 1991, in de leeftijd van 81 jaar, overleden.

Ds. N. van der Want (1986-1994)

In de periode van 1984 tot 1986 kwam N. van der Want, toen nog geen predikant, regelmatig preken in de gemeente. In het voorjaar van 1986 heeft de gemeente hem beroepen. Dit beroep heeft hij aangenomen. Ds. Van der Want kwam uit Dordrecht. Hij zat er in het bestuur van de Nederduitse Hervormde Vereniging “Calvijn”. Hij gaf er catechisaties en schreef in het kerkblad. Aanvankelijk dacht hij hier de voorganger op te volgen. Dat is anders gelopen. Op 23 april 1986 wordt hij door Ds. Verloop bevestigd met de woorden: “Predik het Woord”. De gemeente groeit enigszins. De gemeente bestaat thans uit ongeveer 140 mensen. Er veranderen dingen. Er komt een vrouwenvereniging, een bejaardenochtend, een bibliotheek, een kerkblad en een gemeenteavond. Op 27 mei 1994 vertrekt hij naar Roemenië.

Ds. J.G. van Tilburg (1997-2017)

Op 13 november 1997 wordt de lege plaats opnieuw vervuld. Ds. M. van Kooten, Nederlands Hervormd predikant te Montfoort, bevestigt zijn voormalige vicaris in het ambt. Ds. Van Tilburg is in 1952 geboren en in het noorden van Brabant opgegroeid. Pas op latere leeftijd voelt hij zich geroepen tot het predikambt en volgt de theologische opleiding aan de universiteit van Utrecht. Hij heeft daar met goed gevolg het doctoraal examen afgelegd. Jonathan Edwards (1703-1758) had zijn bijzondere aandacht. “Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben.” Deze woorden uit 1 Timotheüs 1:15 tijdens de intrededienst zijn altijd de kern van de prediking. Waddinxveen is zijn eerste gemeente. Met vrouw en negen kinderen betrekt hij kort hierna de, inmiddels verbouwde, pastorie. De gemeente blijft stabiel. Onder zijn leiding ontstaat er een mannenvereniging die zich verdiept in de Institutie van Calvijn. Er is bij de vrouwen ook belangstelling om hier mee bezig te zijn. Het wordt daarom een studiekring. Door de overgang naar de Hersteld Hervormde Kerk veranderen er enkele dingen. Ds. Van Tilburg blijft verbonden aan onze gemeente en gaat ook elders vaker voor. Met de kerkenraad wordt een bepaald aantal preekbeurten afgesproken en dat hij alle werkzaamheden die het ambt van een predikant meebrengt volledig zal blijven doen. Tweemaal komt er een beroep uit een andere gemeente. Hij bedankt vanwege de hartelijke verbondenheid met onze gemeente, door God aan hem geschonken.

Overgang naar de Hersteld Hervormde Kerk.

1892-2007. De Christelijke Afgescheiden Gemeente heeft een einddatum. De (ontstaans-) geschiedenis vindt u ook in deze gemeentegids. Elke geschiedenis kent zijn lichte en donkere tijden. Door dit alles heen gebeurden er wonderen, mensen werden tot God bekeerd. God breidde Zijn kerk uit, ook aan de Dorpstraat. Meer dan een eeuw is Zijn trouw groot gebleken. Ook in het zenden van Zijn dienstknechten. Zes predikanten met tussentijds korte of langere vacante perioden, dienden deze gemeente. Wat zullen we de Heere vergelden voor al die weldaden.

Ontstaan van de Hersteld Hervormde Kerk.

1 mei 2004. De hervormde gemeenten, ambtsdragers en gemeenteleden die in geweten niet mee konden richting de Protestantse Kerk in Nederland bleven op 1 mei 2004 in veel gevallen uiteengeslagen en berooid op de oude fundamenten van de vaderlandse kerk achter. Ze weigerden meegenomen te worden naar een kerk met een andere grondslag dan die van de kerk der vaderen en spraken uit ‘hervormd’ te zijn en te blijven. Zij verenigden zich in de Hersteld Hervormde Kerk.

Over de besluitvorming en de overgang naar de Hersteld Hervormde Kerk.

Bij een aantal leden van de Christelijke Afgescheiden Gemeente ontstond onder andere een (zekere) verwantschap met o.a. de prediking en pastoraat binnen de Hersteld Hervormde Kerk. Zij hebben dit kenbaar gemaakt bij de kerkenraad. De kerkenraad, gemachtigd door de ledenvergadering, heeft diverse gesprekken gevoerd met de afgevaardigden van de Classis West van de Hersteld Hervormde Kerk. Op 18 december 2006 werd een gemeenteavond gehouden. Op deze avond ging de kerkenraad met vertegenwoordigers uit het Breed Moderamen van de Classis-West, in gesprek met de gemeente. Op 12 januari 2007 heeft de ledenvergadering besloten een officiële aanvraag in te dienen bij het Breed Moderamen Classis West van de Hersteld Hervormde Kerk.

 

Voor veel praktische dingen werd een commissie van advies in het leven geroepen. De kerkenraad heeft de commissie van advies de volgende ‘opdracht’ meegegeven: “De directe aanleiding voor het instellen van genoemde commissie is de te verwachten aansluiting van onze gemeente bij de Hersteld Hervormde Kerk en eventueel daaruit voortvloeiende, financiële verplichtingen. Het gaat met name om financiële zaken die de eigendommen van de kerkelijke gemeente betreffen.” De ledenvergadering stemt op 23 november 2007 in de kerkelijke goederen per uiterlijk 31 december 2007 onder te brengen in een Stichting ‘Vermogensbeheer Christelijke Afgescheiden Gemeente Waddinxveen’. In verband met het instellen van een kerkvoogdij wordt in het 1e kwartaal van 2015 de Stichting opgeheven.

 

Verschillende keren werden nog gesprekken gevoerd met het Breed Moderamen van Classis West van de Hersteld Hervormde Kerk, de classis waar wij onder zullen ‘vallen’. In deze periode zijn ook besprekingen gevoerd met de reeds in Waddinxveen bestaande Herstelde Gemeente, die samenkomt in een gebouw aan de Staringlaan. In een goede samenspraak met het Breed Moderamen van Classis West van de Hersteld Hervormde Kerk op vrijdag 12 oktober 2007 wordt te kennen gegeven dat het Breed Moderamen de aansluiting bij de Hersteld Hervormde Kerk zo mogelijk nog dat jaar wil afronden.

 

Dit alles heeft geresulteerd in het besluit dat de Christelijke Afgescheiden Gemeente per 1 januari 2008 als zelfstandige gemeente onder de naam Hersteld Hervormde Gemeente “Dorpstraat” te Waddinxveen deel is gaan uitmaken van onze Hersteld Hervormde Kerk.

 

Mag het zijn in Mozes’ bede Ex. 33: 16 “Want waarbij zou nu bekend worden, dat ik genade gevonden heb in Uw ogen, ik en Uw volk? Is het niet daarbij, dat Gij met ons gaat?”

 

Aansluiting bij een aardse kerk is ordelijk, wanneer we door het geloof in Christus Jezus bij díe gemeente, bij díe Kerk mogen behoren die zalig wordt is dat verwonderend. Laat ons bidden om de vrucht des Geestes door de verkondiging van het Woord en de versterking van dat Woord door het gebruik der heilige sacramenten.

De gebouwen, het orgel en het terrein

 

Sierlijk door z’n eenvoud. Wie er oog voor heeft, ziet dat de schoonheid van ons kerkgebouw in kleinigheden schuilt. Een toren ontbreekt, de steunberen zijn bescheiden. Ons zaalkerkje heeft echter een zeer karakteristieke bouwstijl. Het heeft deze stijl gemeen met veel andere bedehuizen uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Vaak staan ze op een onopvallende plaats, bijvoorbeeld aan de rand van het dorp. Kenners zien aan de bouwtrant onmiddellijk dat het om een gebouw van een afgescheiden gemeente gaat.

Ook het interieur is sober. De oude kansel, de psalmborden, de hengelstokken en het eenvoudige en toch fraaie orgelfront geven het interieur echter een authentieke schoonheid, die bezoekers steevast verrast doet staan. De opmerkelijke, maar passende kleurstelling van lezenaar, dooptuin, banken en lambrisering zorgt voor een eeuwoude sfeer.

Al even bescheiden en toch karakteristiek is de pastorie.

Het orgel

De eerste jaren zingt de gemeente onder leiding van een voorzanger. De voorzanger zet in en de gemeente volgt. Al snel besluit de kerkenraad dat er een orgel moet komen. In dezelfde tijd vervangt de Christelijke Gereformeerde Kerk (nu Gereformeerde Kerk) van Boskoop haar orgel. Het oude orgel wordt op 12 januari 1898 voor ƒ435,- eigendom van de Christelijke Afgescheiden Gemeente te Waddinxveen. Orgelmaker Juriaans uit Amsterdam krijgt de opdracht het orgel in Boskoop af te breken en in Waddinxveen weer op te bouwen. Hij brengt hiervoor ƒ 100,- in rekening. De totale kosten komen hierdoor op ƒ 535,-. De Christelijke Afgescheiden Gemeente beschikt nu over een echt pijporgel.

De voorzanger verdwijnt en in zijn plaats komen er organisten en pompers. De windvoorziening is in die tijd namelijk nog handmatig, tegenwoordig is de windvoorziening elektrisch. Het orgel heeft geen pedaal.

De voorgeschiedenis (1870-1898)

Ons orgel moet vóór 1870 zijn gebouwd. In 1870 koopt de toenmalige Christelijke Gereformeerde Kerk een gebruikt orgel van de heer Kraneveld uit Leiden voor een bedrag van ƒ 250,-. De orgelmaker en de oorspronkelijke dispositie van het orgel zijn echter onbekend. Aan dit orgel ontbreekt een front. Orgelmaker fa. wed. H.B. Lohman en J. Schaaffelt voorzien het van een front met zinken pijpen voor ƒ 155,-. Schilder K. Goudkade schildert het nieuwe orgelfront. In 1885 vervangt orgelmaker Van Gelder de frontpijpen. In 1897 wordt de blaasbalg door orgelmaker Juriaans uit Amsterdam gerepareerd.

Daarna (1898-2003)

Halverwege de vorige eeuw krijgt het orgel een aanhangend pedaal met één stem, een Subbas 16’. Omstreeks 1985 verandert de Boskoopse orgelmaker Kramer dit pedaal van electrisch-pneumatisch naar een volledig mechanische bediening en wordt het pedaal uitgebreid met een Gedeckt 8’. In 1996 ondergaat het orgel een grondige restauratie, kosten: ƒ 46.125,-. Dit is uitgevoerd door orgelmaker W.N. de Jongh uit Lisse. De toenmalige organisten verzochten de orgelmaker het instrument meer draagkracht te geven en het schreeuwerige milder te maken. De windlade (waar de pijpen op staan) is geheel vernieuwd. Om meer draagkracht te verkrijgen is de Prestant 4’ (frontstem) gewijzigd in een Prestant 8’ (zichtbare sprekende frontpijpen). Een nieuwe Octaaf 4’ heeft de plaats van de Prestant 4’ ingenomen. Verder is het orgel uitgebreid met een Mixtuur 2 sterk. Regelmatig horen de organisten loftuitingen over de warme klank van het instrument.

 

Het onderhoud van het orgel wordt uitgevoerd door:

W.N. de Jongh

Kanaalstraat 247

2161 JK Lisse

Tel.: 0252 – 41 39 24

 

De huidige dispositie is als volgt:

Klavier

Prestant 8’ (sprekende frontstem)           Quint 2 2/3’ discant

Salicionaal 8’                                                 Quint 2 2/3’ bas

Holpijp 8’ discant                                          Octaaf 2’

Holpijp 8’ bas                                                Terts 1 3/5’ discant

Octaaf 4’                                                        Mixtuur 2 sterk

Fluit 4’

Pedaal                                                            Speelhulpen

Subbas 16’                                                     Tremulant

Gedeckt 8’                                                     Pedaalkoppel

God troont op de lofzangen Israëls. Ef. 5:19: “Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en psalmende den Heere in uw hart.”

De historie in het kort

1892      Een stuk tuingrond, gekocht van de heer Broer voor ƒ 725,25

1893      Toestemming van B&W om “een gebouw tot uitoefening van de openbare godsdienst te stichten”.

1893      Aanbesteding leidt tot de volgende laagste inschrijving:

Kerk                                                                ƒ    3.173,-

Pastorie                                                          ƒ    2.473,-

Kerkbanken en predikstoel                        ƒ       234,-

Totaal                                                              ƒ    5.880,-

1894      4 maart: kerk en pastorie in gebruik genomen
Psalmborden: Gemaakt door de gebroeders Verhey en Klaas de Rooij, met de Hebreeuwse tekst “De HEERE is mijn banier” Exodus 17:15

1898      Orgel gekocht voor ƒ 435,-

1904      Het pad langs de kerk gekocht

1912      Een consistorie aangebouwd

1938      Centrale verwarming en de daarvoor benodigde kelder

1976      Portaal herbouwd; trap naar het orgel uit het portaal verwijderd en in de kerk een nieuwe trap gebouwd.

1983      Grond aan de achterzijde van de consistorie aangekocht

1988      Oude consistorie gesloopt en herbouwd.

1996      Orgel grondig gerestaureerd

1997      Pastorie ingrijpend verbouwd

2001      Aanbouw pastorie gesloopt en herbouwd

2002      Psalmborden gerestaureerd door M. van der Zwan

2004      Grootschalig gevelonderhoud aan het kerkgebouw. Dakgoten vernieuwd.

2010      Pastorie: dakgoten vernieuwd en aanbouw gefundeerd